Politieke barometer week 21
Als er vandaag verkiezingen zouden zijn voor de Nederlandse leden van het Europees Parlement, dan zouden de VVD en Forum voor Democratie de grote winnaars zijn. Beide partijen gaan nog steeds aan kop met 5 zetels, gevolgd door het CDA, de PvdA en GroenLinks, die alle drie op 3 zetels zouden uitkomen. D66, de PVV en ChristenUnie-SGP zouden op 2 zetels uitkomen en de SP op 1 zetel. 50PLUS en de Partij voor de Dieren zitten beide op de rand van een zetel.
Ten opzichte van de huidige zetelaantallen in het Europees Parlement zou deze uitslag betekenen dat D66 en de PVV gehalveerd worden (beide van 4 naar 2 zetels). Het CDA zou 2 van de huidige 5 zetels verliezen en daarmee niet langer de grootste van de Nederlandse partijen zijn. De VVD zou ten opzichte van 2014 2 zetels winnen, en nieuwkomer Forum voor Democratie zou het Europese Parlement binnenkomen met 5 zetels.
In de onderstaande tabel zijn ook de onderzoeksmarges bij de zetels aangegeven. Een uitgebreide onderzoeksverantwoording staat onder dit artikel.
Europees Parlement 2014 |
Politieke Barometer week 20 |
Politieke Barometer week 21 |
|||||
% | zetels | % | Zetels | % | Zetels | marge | |
D66 | 15.5 | 4 | 8.9 | 3 | 7.6 | 2 | (1-3) |
CDA | 15.2 | 5 | 11.2 | 3 | 11.5 | 3 | (2-4) |
PVV | 13.3 | 4 | 6.2 | 2 | 7.2 | 2 | (1-3) |
VVD | 12 | 3 | 16.8 | 5 | 15.6 | 5 | (4-6) |
SP | 9.6 | 2 | 4.4 | 1 | 4.5 | 1 | (0-2) |
PvdA | 9.4 | 3 | 11.1 | 3 | 10.4 | 3 | (2-4) |
ChristenUnie-SGP | 7.7 | 2 | 5.6 | 1 | 6.6 | 2 | (1-3) |
GroenLinks | 7 | 2 | 9.7 | 3 | 10.3 | 3 | (2-4) |
PvdD | 4.2 | 1 | 3.7 | 0 | 3.2 | 0 | (0-1) |
FvD | - | 0 | 15.5 | 5 | 14.9 | 5 | (4-6) |
50PLUS | 3.7 | 0 | 3.3 | 0 | 3.3 | 0 | (0-1) |
DENK | - | 0 | 1 | 0 | 1.8 | 0 | (0-1) |
Overig | - | 0 | 2.7 | 0 | 2.9 | 0 | (0-1) |
Totaal | 26 | 26 | 26 |
Deze Ipsos Politieke Barometer is gebaseerd op online onderzoek onder een representatieve steekproef van 1350 stemgerechtigde Nederlanders. De gegevens zijn verzameld van maandagochtend 20 mei tot en met dinsdagavond 21 mei 2019.
This Poll is based on an online study among a representative random sample of 1350 Dutch people entitled to vote. The data was collected from Monday morning, May 20 up to Tuesday night, May 21, 2019.
Verantwoording Peiling Europees Parlement
Voor de peilingen voor het Europees Parlement gebruiken we min of meer dezelfde methodologie als voor reguliere metingen van de Politieke Barometer. Dat betekent dat we een steekproef van ongeveer 1000 stemgerechtigde Nederlanders bevragen over hun politieke voorkeur. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en vorig stemgedrag (Tweede Kamerverkiezingen 2017) worden door middel van een weging gecorrigeerd.
Bij de peiling voor het Europees Parlement vragen we kiezers wat ze zouden stemmen als er morgen verkiezingen zouden zijn voor het Europees Parlement. Ook vragen we kiezers naar hun intentie om te gaan stemmen (‘opkomstintentie’). Deze resultaten rekenen we dan door naar een hypothetische zetelverdeling in het Europees Parlement, uitgaande van 26 Nederlandse zetels. Omdat we gebruik maken van online panels voeren we nog een beperkte correctie op de resultaten door, om te corrigeren voor over- en ondervertegenwoordiging van bepaalde kiezersgroepen.
De statistische marge rond de zetels per partij bedraagt + of – 1 zetel. Het effect van restzetels in een (naar het zich laat aanzien) versplinterd politiek landschap vergroot deze onzekerheid. Daarom kan het voorkomen dat er bij sommige partijen een afwijking van + of – 2 zetels kan ontstaan. In termen van percentages lopen de foutmarges uiteen, als we uitgaan van een betrouwbaarheidsniveau van 95%, van ongeveer 2.5% (bij grote partijen) tot ongeveer 1% (bij kleine partijen).
Ook is het van belang om te vermelden dat er bij de peiling wordt gevraagd naar wat mensen zouden stemmen als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden. Daarom moeten peilingen niet zozeer als voorspelling voor de verkiezingsuitslag worden gezien, maar meer als de stand van zaken op het moment van peilen. We weten dat veel kiezers pas op een laat moment beslissen op welke partij ze stemmen, soms zelfs pas in het stemhokje. Daarnaast kunnen allerlei zaken zoals een debat op televisie of andere actuele ontwikkelingen kiezers op het laatste moment nog beïnvloeden. Dat maakt het waarschijnlijk dat er verschillen ontstaan tussen het beeld dat peilingen laten zien en de verkiezingsuitslag. Het veldwerk voor deze peiling liep van maandagochtend 20 mei tot en met dinsdagavond 21 mei 2019. Dat betekent dat bijvoorbeeld de effecten van het slotdebat bij de NOS op 23 mei en het debat tussen premier Mark Rutte (VVD) en Thierry Baudet (FvD) op dezelfde avond niet kunnen worden meegenomen.
De opkomst bij verkiezingen voor het Europees Parlement is in Nederland traditioneel laag. Dat betekent dat als bepaalde groepen, zoals bijvoorbeeld jongeren of laagopgeleiden, in meer of mindere mate opkomen dan verwacht, dit een grote invloed heeft op de uitslag. We maken in onze peilingen gebruik van gerapporteerde opkomstintentie door kiezers, maar we weten tegelijkertijd uit ervaring dat opkomst bij verkiezingen moeilijk in te schatten is.
Campagnedynamieken zorgen voor verdere complexiteit. Zo is het effect van het mediaframe waarin de verkiezingen in toenemende mate als een tweestrijd tussen de VVD en FvD werden neergezet moeilijk in te schatten, alsmede het effect van het feit dat er dit keer Nederlandse ‘Spitzenkandidaten’ (Frans Timmermans en Bas Eickhout) aan de verkiezingen deelnemen. Al deze zaken kunnen ertoe leiden dat er een verschil ontstaat tussen wat onze peilingen meten, en de daadwerkelijke verkiezingsuitslag.
Onze cijfers worden ook gepubliceerd door EenVandaag in De Peiling.