Ontwikkelingshulp belangrijker gevonden, maar krijgt geen prioriteit
Ipsos I&O onderzocht in opdracht van Cordaid hoe Nederlanders denken over ontwikkelingssamenwerking en mondiale gezondheid (global health) en hoe de publieke opinie op deze thema’s zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld.
Ontwikkelingssamenwerking krijgt geen prioriteit, wel iets vaker belangrijk gevonden
Hoe belangrijk vinden Nederlanders ontwikkelingssamenwerking? Als we dat rechtstreeks aan respondenten vragen, blijkt dat de helft (50%) van de Nederlanders het ‘heel’ of ‘redelijk’ belangrijk vindt dat Nederland ‘financiële hulp geeft aan landen om zich verder te ontwikkelen’. Eén op de vijf (20%) vindt het onbelangrijk, de rest heeft er geen uitgesproken mening over. In 2024 zei slechts 44 procent deze hulp belangrijk te vinden. Zes op de tien (60%) vinden het daarnaast belangrijk dat Nederland humanitaire hulp biedt (was 54% in 2024).
Figuur 2.2: Belang van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, vergelijking 2024 en 2025 ‘Hoe belangrijk vindt u het dat Nederland financiële hulp geeft aan landen in nood? Bijvoorbeeld omdat burgers zijn getroffen door honger, een oorlog of natuurramp / Hoe belangrijk vindt u het dat Nederland financiële hulp geeft aan landen om zich verder te ontwikkelen? Bijvoorbeeld om te zorgen dat meer kinderen naar school kunnen, meer mensen goede zorg kunnen krijgen of er op de lange termijn minder honger is.’ Basis: allen (n = 1.310).

In relatie tot andere politieke thema’s krijgt ontwikkelingssamenwerking echter geen prioriteit. Zowel spontaan als geholpen vinden Nederlanders met name wonen, immigratie, internationale onveiligheid en klimaatverandering de belangrijke vraagstukken van deze tijd. Bij de vraag ‘Wat zijn volgens u de belangrijkste vraagstukken van dit moment? Problemen die dringend om een aanpak of oplossing vragen?’ staan ‘inkomensongelijkheid en armoede in de wereld’ (gekozen door 4%) en ‘afnemende volksgezondheid, pandemieën’ (3%) helemaal onderaan de lijst. Dat was in 2024 ook zo.
Minder animo voor bezuinigingen; nog steeds geen enthousiasme voor investeringen
Dat ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp weinig prioriteit krijgen, blijkt ook uit vragen over de begroting. Een zeer beperkte groep wil meer investeren in ‘ontwikkelingssamenwerking’ (1%) of ‘humanitaire hulp’ (2%). Voor investeringen in primair nationale aangelegenheden – bijvoorbeeld woningbouw (60%) of zorg (43%) – bestaat beduidend meer draagvlak. Alleen bij kiezers van Partij voor de Dieren (12%) is enige steun voor investeringen in ontwikkelingssamenwerking.
Bijna een kwart van de Nederlanders (23%) vindt dat de overheid wel mag bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Daarmee staat het thema relatief hoog op het bezuinigingslijstje (3e plek). Maar het draagvlak voor bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking nam wel flink af: vorig jaar wilde nog 49 procent bezuinigen op deze post, waarmee het bovenaan de lijst stond. Nu worden kunst en cultuur (43%), snelwegen (30%) en duurzaamheidsbeleid (23%) vaker of net zo vaak aangevinkt als geschikte bezuinigingsposten.
Nederlanders zien gebrekkige voorbereiding op toekomstige pandemieën
Slechts 14 procent van de Nederlanders vindt ons land voldoende voorbereid op een eventuele toekomstige pandemie. Dat is minder dan vorig jaar (toen nog 20%). Vier op de tien (39%) denken nu dat we niet genoeg voorbereid zijn, de rest heeft er geen uitgesproken mening over.
Investeringen om pandemieën te voorkomen kunnen dan ook op meer steun (circa 4 op 10) dan tegenstand (circa 2 op 10) rekenen. Maar los van pandemieën is er weinig draagvlak om ‘meer geld te investeren in de gezondheidszorg in arme landen’: 23 procent wil dat wel, 39 procent niet, de rest staat er neutraal tegenover of weet het niet. De helft (51%) wil eerst de Nederlandse gezondheidszorg verbeteren, voordat we investeren in zorg elders. Wel vindt een duidelijke meerderheid (71%) het belangrijk dat er tussen landen wordt samengewerkt op het gebied van zorg. Voorstanders wijzen vooral op de voordelen van kennisdeling, kostenbesparing en pandemische paraatheid.
Figuur 2: De volgende stellingen gaan over gezondheidszorg. In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen? Basis: allen (n = 1.310).

Onderzoeksverantwoording
Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van Cordaid. Het onderzoek bestond uit een enquête onder het algemeen Nederlandse publiek. De vragenlijst is uitgezet in het I&O Research Panel en kon worden ingevuld van 14 augustus t/m 7 september 2025. In totaal werkten 1.310 Nederlanders mee aan het onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de netto steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.