Peiling: Keti Koti | Asielbeleid Nederland en EU | Inflatie

In deze editie van de Ipsos Maatschappelijke Barometer staan we onder andere stil bij Keti Koti. Hoe denkt Nederland over deze feestdag?

KetiKoti
Schrijver(s)
  • Sjoerd van Heck Public Affairs, the Netherlands
Get in touch

In de juni-editie van de Ipsos Maatschappelijke Barometer (uitgevoerd tussen 23 en 26 juni):
•    Keti Koti: verdeeldheid 
•    Asielbeleid: draagvlak voor aanscherping
•    Migratie: noodzakelijk om arbeidsmarkttekorten op te lossen? 
•    Inflatie: nog steeds veel zorgen
•    Kabinet: zit het de rit uit?

 

Keti Koti: verdeeldheid over excuses koning en mogelijkheid eigen feestdag

Op 1 juli viert Nederland Keti Koti, de dag van de afschaffing van de slavernij. Naar aanleiding van deze feestdag zijn Nederlanders gevraagd hoe zij naar Keti Koti kijken. 

Over de vraag of het belangrijk is dat de afschaffing van de slavernij een eigen feestdag heeft, is Nederland zeer verdeeld: één derde van de Nederlanders (34%) is het hier (helemaal) mee eens, tegenover eenzelfde aandeel (34%) dat het hier (helemaal) mee oneens is. Jongeren (18-34 jaar) vinden het het meest belangrijk dat de afschaffing van de slavernij een eigen feestdag krijgt: bijna de helft is voor (48%), een kwart is tegen (25%). 
 

MB1

Nederlanders zijn sceptisch over de stelling dat Keti Koti  een officiële, vrije feestdag zou moeten worden. Twee op de vijf Nederlanders (44%) zijn het hier namelijk mee oneens, tegenover een kwart (27%) dat het eens is met deze stelling. Van Keti Koti een officiële, vrije feestdag maken, vindt één op de vijf Nederlanders een goed idee, de helft is tegen (51%). 

Het vervangen van een andere feestdag met een vrije dag in ruil voor Keti Koti, kan op het minste draagvlak rekenen. Eén op de acht Nederlanders vindt dit namelijk een goede zaak, waar bijna twee derde van de Nederlanders (62%) tegen is. 

 

MB2

Nederlanders die vinden dat Keti Koti ingewisseld zou moeten worden voor een andere vrije feestdag, zouden deze het liefst inwisselen voor Tweede Pinksterdag (23%) of Hemelvaartsdag (16%). 

 

MB3q

Nederlanders voorstander van strenger (inter)nationaal asielbeleid 

De Maatschappelijke Barometer van juni laat zien dat bijna twee derde van de Nederlanders (62%) voorstander is van een strenger asielbeleid om asielzoekers te ontmoedigen naar Nederland te komen. Eén op de tien Nederlanders (14%) is het hier (zeer) mee oneens. Ook vindt twee derde (66%) dat de Europese Unie strengere regels moet maken voor migranten, zodat zij niet meer de oversteek maken op migrantenboten naar Europa. Ook hier is één op de tien Nederlanders (12%) het oneens met deze stelling.

Tegelijkertijd vindt de helft van de Nederlanders (50%) dat mensen die vluchten voor oorlog altijd toegelaten moeten worden in Nederland. Eén op de vijf Nederlanders (19%) is het hiermee oneens.

Met name Nederlanders tussen de 55-69 jaar zijn voorstander van strengere regelgeving voor asielzoekers, zowel in Nederland (73%) als in de Europese Unie (77%). Tegelijkertijd pleit deze leeftijdsgroep ook het meest voor het toelaten van migranten in Nederland die op de vlucht zijn voor oorlog (59% voorstander). 

 

MB4

De bootramp bij de kust van Griekenland op 14 juni, waarbij een migrantenboot kapseisde en zonk waardoor er zeker 79 mensen om het leven zijn gekomen en nog honderden mensen vermist zijn, zorgt niet voor een kentering in het sentiment. Vier op de tien Nederlanders (42%) geven ondanks deze ramp nog steeds aan tégen het toelaten van vluchtelingen in Nederland te zijn en een even groot aandeel (40%) zegt ondanks deze ramp nog steeds vóór het toelaten van vluchtelingen te zijn. Slechts een fractie van de Nederlanders heeft diens standpunt omtrent migratie veranderd naar aanleiding van de bootramp.

 


Verdeeldheid over inzet migranten in Nederland om tekort op de arbeidsmarkt op te lossen 

Al enige tijd kampt Nederland met een serieus personeelstekort in diverse sectoren. Eén van de redenen hiervan is dat Nederland vergrijst: er gaan op dit moment meer mensen met pensioen dan dat er bijkomen op de arbeidsmarkt. Nederlanders zijn verdeeld over de rol die migranten hier kunnen hebben. Zo zijn volgens een kwart van de Nederlanders (25%) migranten nodig om de tekorten op de arbeidsmarkt in Nederland tegen te gaan, tegenover twee op de vijf Nederlanders (42%) die het hiermee oneens zijn en een kwart (25%) die neutraal in deze kwestie staan. 

Over de rol die migranten kunnen spelen tegen de vergrijzing, is Nederland sceptisch: één op de vijf Nederlanders (19%) vindt dat migranten nodig zijn in Nederland om de vergrijzing tegen te gaan, maar de helft van de Nederlanders is het hier mee oneens (49%). Een kwart (25%) zegt hier neutraal in te staan. 

Aanhangers van de partijen GroenLinks, Volt en D66 denken het meest dat migranten nodig zijn om de vergrijzing en het personeelstekort in Nederland tegen te gaan, waar aanhangers van de rechtse partijen CDA, BBB en PVV hier het vaakst mee oneens zijn. Onder Nederlanders van verschillende generaties zijn nauwelijks verschillen te zien hoe zij in deze kwestie staan.

 

MB5
 

Inflatie

Al meer dan een jaar volgt de Maatschappelijke Barometer de zorgen en het gedrag van Nederlanders als het gaat om de stijgende inflatie. In juni 2022, exact een jaar voor deze peiling, had 61% zijn/haar uitgavepatroon hierdoor aangepast en maakte 80% zich zorgen om de stijgende inflatie. Ook had de helft van de Nederlanders (48%) door de toenemende inflatie meer moeite om rond te komen. 

Ondanks dat nog veel Nederlanders de inflatie voelen in hun portemonnee, zijn de zorgen en aanpassingen in de uitgaven gedaald ten opzichte van juni 2022. Op dit moment maakt nog drie kwart van de Nederlanders (75%) zich zorgen om de stijgende inflatie, heeft 57% diens uitgaven aangepast en heeft 42% door de inflatie meer moeite om rond te komen.
 

MB6

Nederlanders besparen het meest door goedkopere producten in de supermarkt te kopen (42%), de verwarming lager of uit te zetten (38%) en hun energieverbruik te verminderen (38%).

 

MB7

 

Beperkt vertrouwen uitdienen volledige termijn kabinet Rutte IV 

Het vertrouwen dat het huidige kabinet zijn volledige kabinetstermijn van vier jaar zal uitdienen, is beperkt. Drie op de tien Nederlanders (31%) zeggen hier een beetje/veel vertrouwen in te hebben, tegenover zes op de tien Nederlanders (60%) die hier (zeer) weinig vertrouwen in hebben. 

Niet geheel onverwacht hebben aanhangers van de coalitiepartijen VVD (66%), CDA (63%) en D66 (54%) er het meeste vertrouwen in dat het kabinet de volledige periode blijft zitten. Opvallend: onder aanhangers van coalitiepartij ChristenUnie hebben bijna zes op de tien aanhangers (56%) hier (zeer) weinig vertrouwen in.

Aanhangers van rechtse oppositiepartijen hebben het minste vertrouwen dat het kabinet de volledige termijn van vier jaar zal uitdienen. Onder PVV’ers, BBB’ers en aanhangers van JA21 hebben acht op de tien Nederlanders hier (heel) weinig vertrouwen in.

 

MB8
Nederlanders die er (zeer) weinig vertrouwen in hebben dat het kabinet de volledige termijn zal uitdienen zeggen dat vooral de stikstofcrisis en het bijbehorende landbouwakkoord doorslaggevend zijn voor hun gebrek aan vertrouwen. 

 

 

Onderzoeksverantwoording 

De data zijn gebaseerd op online onderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking (n= 1.022) tussen 23 en 26 juni 2023. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de laatste landelijke verkiezingen (de Tweede Kamerverkiezingen van 2021) zijn door middel van een weging gecorrigeerd.

 

Meer informatie

Deze peiling is onderdeel van de maandelijks terugkerende Maatschappelijke Barometer
Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact op met Sjoerd van Heck ([email protected]).

    

Schrijver(s)
  • Sjoerd van Heck Public Affairs, the Netherlands

Meer inzichten over Publieke Sector

Maatschappij