Politiek met Sjoerd - Jong of oud beter vertegenwoordigd in de politiek?

Deze blog is geschreven door Ella Houtkoop. Ella studeert Bestuurs- en organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht en heeft bij Ipsos stage gelopen. De afstudeerscriptie van Ella gaat over de kloof tussen jongeren en ouderen in de politiek. Deze blog is een korte samenvatting van dat onderzoek. 

Schrijver(s)
  • Sjoerd van Heck Public Affairs, the Netherlands
Get in touch

Jongeren gaan minder vaak naar de stembus bij verkiezingen dan ouderen. Daarbij hebben jongeren minder vertrouwen in de politiek en minder politieke interesse dan ouderen. Dit is vooral zichtbaar onder beroepsgerichte jongeren. Zowel politici (zie Motie Fokke) als wetenschappers (zie de oproep aan het kabinet om de kiesdrempel te verlagen) maken zich steeds meer zorgen over deze politieke participatie kloof tussen jong en oud. Ongelijke participatie kan er namelijk toe leiden dat politieke thema’s die participerende burgers belangrijk vinden hoger op de politieke agenda komen te staan, dan de problemen van groepen die minder vaak naar de stembus gaan. Dat jongeren minder politiek participeren dan ouderen, zou daarmee nadelige gevolgen kunnen hebben voor hun vertegenwoordiging. Het is daarom belangrijk om meer te weten te komen over wat de stand van zaken op dit moment is van de vertegenwoordiging van de belangen van jongeren in de politiek.

 

Reden tot zorg 

Dat jongeren structureel minder stemmen dan ouderen is al decennialang zo (figuur 1), maar met de toenemende vergrijzing schuilt het gevaar dat het politieke evenwicht tussen jong en oud steeds verder wordt verstoord. Er zullen namelijk steeds meer oudere kiezers zijn ten opzichte van jonge kiezers. Uit cijfers van het CBS blijkt dat op dit moment er twee oudere kiezers zijn voor elke jonge kiezer, terwijl er over twintig jaar drie oudere kiezers zullen zijn voor elke jonge kiezer. Het groeiende aantal ouderen in combinatie met de gebrekkig participatie van jongeren in de politiek geeft reden tot zorg. 

Dit zou gevolgen kunnen hebben voor verkiezingsuitslagen, waarin de opvattingen van jongeren mogelijk onvoldoende worden gerepresenteerd. Zo bleek ook uit eerder onderzoek van Ipsos dat de verkiezingsuitslag van afgelopen Provinciale Statenverkiezingen er anders uit had gezien wanneer alleen jongeren hadden gestemd. Dit impliceert dat jongeren en ouderen andere visies hebben voor beleid, waarbij het erop lijkt dat de stem van ouderen luider doorklinkt in de politiek.  

 

 

Figuur 1: De algemene stemopkomst vergeleken met de stemopkomst onder jongeren (18-24) bij verschillende verkiezingen (Bron: Ipsos).
 

 

Figuur1

 

Vertegenwoordiging in verschillende vormen 

Vertegenwoordiging, oftewel representatie, kan gemeten worden in twee vormen. Het huidige maatschappelijke debat gaat vaak over descriptieve vertegenwoordiging. Dit is vertegenwoordiging op basis van demografische kenmerken (i.e. gender, leeftijd, opleidingsniveau, migratieachtergrond). In het geval van jongeren kan er dan gekeken worden of het percentage jongeren in de politiek overeenkomt met het percentage jongeren in de samenleving. In descriptieve zin worden jongeren eigenlijk op elk bestuurlijk niveau ondervertegenwoordigd, waarbij de gemiddelde leeftijd in de gemeenteraad het hoogst ligt met bijna 55 jaar en in de Tweede Kamer een stuk lager ligt met 45 jaar.  

Dat weinig jongeren een plek in de Nederlandse bestuurskamers bekleden, kan gevolgen hebben voor de vertegenwoordiging van hun standpunten en idealen. Vertegenwoordiging op basis van standpunten en ideologieën wordt substantiële vertegenwoordiging genoemd. Het interessant om naar dit type vertegenwoordiging te kijken, omdat het concreet iets zegt in hoeverre de belangen van jong en oud worden vertegenwoordigd in de arena’s waar het beleid tot stand komt. Tot op heden is hier weinig wetenschappelijke kennis over. Dit onderzoek heeft als doel om meer inzicht te krijgen in de stand van zaken van de vertegenwoordiging van jong en oud Nederland op dit moment. Want worden jongeren slechter dan ouderen vertegenwoordigd in hun beleidsvoorkeuren, omdat het toch vaak ouderen zijn die besturen? Of vertegenwoordigen oudere politici ook de beleidsvoorkeuren van jongeren?  

 

Hoe is dit onderzocht? 

Dit onderzoek focust zich op lokale politiek en daarmee op de gemeenteraad. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen in hoeverre jongeren, ouderen en raadsleden overeenkomen in hun beleidsvoorkeuren. Hiermee kan bepaald worden in welke mate jongeren en ouderen vertegenwoordigd worden door raadsleden. Bijvoorbeeld, wanneer jongeren en raadsleden zeer overeenkomende beleidsvoorkeuren hebben, betekent dit dat jongeren goed worden vertegenwoordigd in de gemeenteraad.

Vertegenwoordiging is gemeten aan de hand van congruentiescores. Congruentiescores laten de mate van overlap zien tussen de beleidsvoorkeuren van jongeren vs raadsleden en ouderen vs raadsleden. Een congruentiescore van 100% betekent dat de beleidsvoorkeuren van bijv. jongeren en raadsleden perfect overeenkomen. Terwijl een congruentiescore van 0% aangeeft dat er geen enkele overlap is in hun beleidsvoorkeuren. Kortom, des te hoger de congruentiescore des te beter de vertegenwoordiging van beleidsvoorkeuren in de lokale politiek.

De beleidsvoorkeuren van jongeren en ouderen zijn gemeten onder het Ipsos panel en de beleidsvoorkeuren van raadsleden vloeien voor uit eerder onderzoek van Mathilde van Ditmars uit 2013. Jongeren worden in dit onderzoek beschouwd als 18-34 jaar en ouderen als 55+.  

 

Verrassende resultaten 

In dit onderzoek zijn jongeren, ouderen en raadsleden vergeleken in hun voorkeuren op de beleidsterreinen; Europese eenwording, inkomensverschillen, toelating van asielzoekers, integratie van mensen met een migratieachtergrond en kerncentrales.

Op basis van eerder onderzoek werd de verwachting geschept dat de beleidsvoorkeuren van jongeren minder goed zouden worden vertegenwoordigd in de gemeenteraad dan de beleidsvoorkeuren van ouderen. Echter, dit onderzoek heeft deze verwachting niet kunnen bevestigen en op bepaalde beleidsthema’s is zelfs het tegenovergestelde gebleken. 

Jongeren en ouderen worden op de meeste beleidsthema’s relatief gelijk vertegenwoordigd door raadsleden. Zo worden jongeren en ouderen gelijk vertegenwoordigd wanneer het gaat over de beleidsthema’s Europese eenwording, asielzoekers en kerncentrales. Dit is ook terug te zien in de congruentiescores die voor alle beleidsthema’s zijn berekend (zie tabel 1). 

 

Tabel1

 

Wat direct opvalt is het beleidsthema inkomensverschillen. Jongeren bleken met een congruentiescore van 90,5% bijna volledig in hun beleidsvoorkeuren aan te sluiten op raadsleden. Jongeren, ouderen en raadsleden zijn bevraagd in hoeverre zij vinden dat inkomensverschillen in ons land groter of kleiner moeten worden. In de congruentiegrafieken (zie figuur 2) wordt zichtbaar dat jongeren en raadsleden, zichzelf vaker in het midden positioneren als het gaat over inkomensverschillen. Terwijl ouderen vaker aangeven dat inkomensverschillen in ons land kleiner moeten worden.  

 

Figuur 2: Congruentiegrafieken voor het beleidsthema inkomensverschillen (raadsleden en jongeren; raadsleden en ouderen). 
 

Figuur2

Figuur3

 

Daarbij blijkt uit de statistische analyses dat jongeren in hun beleidsvoorkeuren ook op het beleidsthema integratie beter worden vertegenwoordigd in de gemeenteraad dan ouderen (dit is niet terug te zien in de congruentiescores omdat deze niet significant zijn). 

De beleidsvoorkeuren over integratie zijn gemeten door de vraag of mensen met een migratieachtergrond hun eigen cultuur zouden mogen behouden of juist zich geheel moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Wat opvalt aan de congruentiegrafieken (zie figuur 3) is dat raadsleden verdeeld zijn in hun opvattingen over integratie, dit is te terug te zien in de twee pieken. Jongeren daarentegen hebben een duidelijk piek in het midden, terwijl ouderen weer wat meer verdeeld zijn tussen midden en rechts wanneer ze hun positie moeten aangeven over integratie. 

 

Figuur 3: Congruentiegrafieken voor het beleidsthema integratie (raadsleden en jongeren; raadsleden en ouderen). 

Figuur4Figuur5

 

Concluderend, worden jongeren, in vergelijking met ouderen, op twee van de vijf onderzochte beleidsthema’s beter vertegenwoordigd door raadsleden (inkomensverschillen en integratie) en op drie thema’s (Europese eenwording, asielzoekers en kerncentrales) gelijk vertegenwoordigd. Daarbij viel op dat op alle beleidsthema’s ouderen zich vaker op de flanken positioneerden, wat betekent dat zij sterkere beleidsvoorkeuren hebben dan jongeren. Jongeren waren over het algemeen meer gematigd in hun voorkeuren in beleid en positioneerde zichzelf daarom vaker in het midden wanneer gevraagd werd hun beleidsvoorkeuren aan te geven.

 

Wat betekent dit in het licht van de verkiezingen? 

De belangrijkste les die getrokken kan worden uit dit onderzoek is dat hoewel jongeren minder vaak stemmen dan ouderen, dit niet direct betekent dat zij slechter dan ouderen worden vertegenwoordigd in hun beleidsvoorkeuren. In het licht van de verkiezingen zouden de zorgen over de gebrekkige descriptieve representatie van jongeren wat kunnen worden getemd. In ieder geval heeft in de gemeenteraad de hoge gemiddelde leeftijd er niet toe geleid dat jongeren slechter worden vertegenwoordigd in hun beleidsvoorkeuren. Toch is meer onderzoek nodig, voordat vastgesteld kan worden dat dit ook geldt voor de provinciale en landelijke politiek.  

Daarbij kan niet voorbij worden gegaan aan de gevoelsmatige kloof die heerst tussen jongeren en de politiek. Want hoewel jongeren en raadsleden dus meer op een lijn liggen dan in eerste instantie gedacht, hebben jongeren vaak het gevoel niet goed vertegenwoordigd te worden in de politiek. Om hier meer inzicht in te verkrijgen is het belangrijk dat het gesprek met jongeren blijft worden gevoerd. Dit is dan ook een uitnodiging aan bestuurders, academici en jongeren om met elkaar hierover de discussie aan te gaan. Juist door wetenschap en maatschappij met elkaar te verbinden en meerdere perspectieven te belichten kunnen er waardevolle inzichten worden opgedaan over de kloof tussen jongeren en politiek. 

 

Deze blog is geschreven door Ella Houtkoop. Ella studeert Bestuurs- en organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht en heeft bij Ipsos stage gelopen. De afstudeerscriptie van Ella gaat over de kloof tussen jongeren en ouderen in de politiek. Deze blog is een korte samenvatting van dat onderzoek.

Schrijver(s)
  • Sjoerd van Heck Public Affairs, the Netherlands

Meer inzichten over Publieke Sector

Maatschappij