Stand van zaken in de verkiezingscampagne
Op woensdag 22 november gaan Nederlanders naar de stembus om te stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Om erachter te komen waarom Nederlanders gaan stemmen, wat ze belangrijk vinden en hoe ze – bijvoorbeeld – kijken naar de nieuwe generatie partijleiders, voert Ipsos samen met de NOS een opinieonderzoek uit onder de Nederlandse bevolking. Op deze pagina vatten we de belangrijkste conclusie samen uit het rapport.
Op woensdag 22 november kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. Samen met de NOS heeft Ipsos uitgebreid opinieonderzoek uitgevoerd om de stand van zaken in de verkiezingscampagne te laten zien. Welke onderwerpen zijn voor kiezers belangrijk? Hoe beoordelen kiezers de verschillende politici? Zorgt het aantreden van een nieuwe generatie partijleiders voor herstel van het vertrouwen in de politiek? Op deze pagina vatten we de belangrijkste conclusie samen uit het rapport.
Lees ook het artikel van de NOS of bekijk het volledige onderzoeksrapport.
Update 4 november: bijlage bestaanszekerheid
Een extra bijlage bij het rapport met data en inzichten rondom het thema 'bestaanszekerheid' is nu ook hier beschikbaar.
Stemmotieven
- De eerste debatten mogen dan al wel zijn geweest, de campagnetijd moet voor de kiezer toch nog echt op gang komen. Net als rond Prinsjesdag zijn dezelfde vijf onderwerpen belangrijk voor de kiezers: inflatie, zorg, woningen, migratie en (in iets mindere mate) klimaat. Deze thema’s vertonen een stabiel beeld.
- Echter, als we vragen naar welke thema’s een rol spelen bij voorgenomen stemgedrag, dan zien we dat ook ‘betrouwbaarheid van de overheid’ en ‘normen en waarden’ in beeld komen. Vooral voor kiezers van NSC.
- Daarnaast: sommige thema’s – zoals inflatie en zorg – zijn voor kiezers van alle partijen belangrijk. De importantie van andere thema’s varieert wat meer. Klimaat is bijvoorbeeld heel relevant voor kiezers van linkse partijen (69% bij GL/PvdA), terwijl voor kiezers van rechtse partijen Immigratie en asiel een belangrijk thema is (47%).
- De rol van het Israëlisch-Palestijns conflict is vooralsnog klein: maar een fractie van de kiezers geeft aan dat de verkiezingen daarover zouden moeten gaan en het thema speelt het minst vaak van alle thema’s een grote rol in de stemkeuze. Dat kan echter veranderen, bijvoorbeeld naarmate de oorlog langer duurt of toeneemt in heftigheid.
- Vrij veel kiezers laten zich leiden door inhoudelijke overwegingen bij hun partijkeuze of kiezen voor een partij omdat ze dat bijna altijd doen. De lijsttrekker speelt voor veel kiezers een minder grote rol, kiezers van NSC uitgezonderd, veel van hen laten zich door zowel de lijsttrekker als het programma leiden.
- Strategische overwegingen hebben sinds september nog niet aan belang gewonnen. Vooralsnog lijken kiezers te gaan stemmen op de partij die het beste aansluit bij hun overtuigingen en niet om een bepaalde regering tot stand te brengen.
Partijen en politici
- Ook omtrent de politici zien we dat de campagne nog op gang moet komen. De bekendheid en waardering van de partijleiders laat namelijk een nagenoeg onveranderd beeld zien ten opzichte van september: Omtzigt is nog steeds de best gewaardeerde politicus, gevolgd door Yeşilgöz en Van der Plas.
- De waardering voor Van der Plas is gedaald in de eerste fase van de campagne, terwijl die van Bontenbal juist stijgt. Opvallend: de waardering voor Timmermans springt er niet uit, hij bevindt zich zo’n beetje in de middenmoot. Waarschijnlijk komt dit doordat hij nog steeds (te) polariserend is voor een breed publiek.
- Toch zien kiezers Timmermans, samen met Omtzigt en Yeşilgöz, het liefst als de volgende minister-president. Van deze drie wordt Omtzigt als enige breed gedragen; kiezers links, rechts en in het midden vinden hem acceptabel als premier. Timmermans is groot favoriet onder linkse kiezers, maar minder aansprekend voor andere kiezersgroepen. Voor Yeşilgöz geldt het omgekeerde: geliefd op rechts, veel minder populair op links.
- Kiezers van vrijwel alle partijen zien graag dat NSC plaatsneemt in een volgend kabinet. Hierom lijkt de sleutel – net als in september – bij het NSC te liggen. Haar electoraat wil graag regeren met BBB, VVD en PVV. PVV-kiezers zien een dergelijke constructie ook wel zitten, al is er verdeeldheid in het electoraat van de partij van Geert Wilders over de VVD. Tegelijkertijd wil een deel van de VVD-achterban absoluut niet dat er wordt samengewerkt met de PVV, waarmee een coalitie over rechts vooralsnog niet goed binnen het electoraat van de partijen ligt.
- Kiezers van GroenLinks/PvdA willen, net als Timmermans zelf, het liefst niet met de VVD, maar prefereren een centrumlinkse regering met NSC, D66 en Partij voor de Dieren. Echter, kijkende naar de huidige peilingen, is het onwaarschijnlijk dat een dergelijke samenstelling een meerderheid behaalt in de Tweede Kamer.
Politiek vertrouwen
- Alhoewel het vertrouwen in de politiek sinds september (Prinsjesdag) iets gestegen is, is het nog steeds laag. Vier op de tien Nederlanders (41%) hebben vertrouwen in de politiek, het vertrouwen in de Tweede Kamer ligt op 45% (zeer vergelijkbaar met de vertrouwenscijfers zoals eind oktober gerapporteerd door het Sociaal Cultureel Planbureau).
- Een belangrijke reden voor het gebrek aan vertrouwen is het onvermogen van de politiek om harde keuzes te maken en problemen op te lossen. Het sentiment is dat de politiek vaker knopen moet doorhakken, ook als niet iedereen even tevreden is met de keuzes. Om dat te bereiken moet er beter worden samengewerkt. Kiezers verlangen vooral beleid op het gebied van migratie, (ouderen)zorg, de huizenmarkt en koopkracht. Maar ook bijvoorbeeld als het gaat om stikstof en klimaatbeleid. Veel kiezers wijzen daarnaast op het grote aantal partijen. Het gevoel is dat wanneer er minder partijen zijn in de Tweede Kamer men slagvaardiger kan zijn.
- Nederlanders hebben evenveel vertrouwen in haar politiek als in haar politici: 40% van de Nederlanders geeft aan een beetje tot veel vertrouwen in politici te hebben. Dit vertrouwen neemt af in de campagnetijd, dan heeft namelijk nog maar een vijfde van de Nederlanders (21%) vertrouwen in politici.
- Tot slot verwacht ruim de helft van de Nederlanders (55%) dat de verkiezingen eerlijk zullen verlopen en een tiende (8%) dat deze oneerlijk zullen verlopen. Onder BBB’ers en PVV’ers verwacht minder dan de helft dat de verkiezingen eerlijk zullen verlopen (resp. 46% en 32%). Het electoraat van Forum voor Democratie is het meest sceptisch: 44% van hen verwacht dat de verkiezingen oneerlijk zullen verlopen.
Onderzoeksverantwoording
De gegevens in dit rapport zijn gebaseerd op onlineonderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van 2.001 stemgerechtigde Nederlanders. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de laatste landelijke verkiezingen (de Tweede Kamerverkiezingen van 15, 16 en 17 maart 2021) zijn door middel van een weging gecorrigeerd. De onnauwkeurigheidsmarges bij dit onderzoek (uitgaande van een betrouwbaarheidsinterval van 95%) lopen uiteen van ongeveer 1% tot ongeveer 3%. De gegevens zijn verzameld van maandag 23 oktober tot en met woensdag 25 oktober 2023.