Ipsos I&O-zetelpeiling: surplace voor de eindfase
Ipsos I&O-zetelpeiling: surplace voor de eindfase

Ipsos I&O-zetelpeiling: surplace voor de eindfase

In de Ipsos I&O-zetelpeiling van 8 oktober zien we vrijwel geen verschuivingen ten opzichte van vorige week. JA21 groeit als enige partij significant en komt op 13 zetels. De PVV haalt 31 virtuele zetels en is wederom de grootste partij. Sinds 2021 is de achterban van de PVV verbreed, maar versmalt de partij zich inhoudelijk.

In de Ipsos I&O-zetelpeiling van 8 oktober gebeurt er weinig in vergelijking met september. Het lijkt alsof kiezers wachten op wat de campagne brengt, ze bewegen niet of nauwelijks. De PVV is nog steeds de grootste partij, nu met 31 virtuele zetels. Sinds maart dit jaar schommelt de PVV rond de 30 zetels. Het zou wel een verlies van 6 zetels ten opzichte van november 2023 betekenen.

Op gepaste afstand volgen CDA (24) en GL-PvdA (22). Voor het CDA zou dat ruime winst ten opzichte van 2023 betekenen, voor GL-PvdA een klein verlies (-3).

Daarna houden D66 (14), VVD (13) en JA21 (13) elkaar in evenwicht. JA21 is de enige partij die significant groeit t.o.v. van vorige week. Destijds was JA21 goed voor elf zetels.

50PLUS komt in deze peiling uit op twee virtuele zetels (was één op 29 september, in 2023 haalde de partij geen zetels).

Figuur 1: Zetelpeiling Ipsos I&O 6 oktober 2025
‘Op welke partij zou u op dit moment stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen?’
Basis: heeft partij van eerste voorkeur (n = 2.079).

Bron: Ipsos I&O, 8 oktober 2025


Hoe blijft de PVV zo stabiel?

Hoe is te verklaren dat de PVV – de partij die de verkiezingen in 2023 won en de coalitie met VVD, NSC en BBB aanvankelijk leidde, maar daar als eerste uitstapte – zo stabiel en groot blijft in de zetelpeiling?

Figuur 2: Zetels PVV in Ipsos- (tot juli 2024) en Ipsos I&O-peiling, sinds 2021
Markering = TK-verkiezingen van maart 2021 en november 2023.

Bron: Ipsos I&O, 8 oktober 2025

Dit is grotendeels te verklaren langs de lijn van de stemmotieven en belangrijkste issues. Voor de PVV-kiezer zijn de standpunten van de partij (67%) en het idee dat de PVV ‘opkomt voor mensen zoals ik’ (49%) de belangrijkste redenen om PVV te stemmen. Beide redenen zijn nu belangrijker voor de PVV-kiezers dan in 2021 en 2023 en dat de partij ‘opkomt voor mensen zoals ik’ is voor PVV-kiezers veel vaker een stemmotivator dan bij andere partijen. Dat de partij zou kunnen zorgen voor een stabiel bestuur weegt slechts voor 11 procent mee. Dat is veel minder dan gemiddeld: bij kiezers van CDA, GL-PvdA, VVD of D66 geldt dit bijvoorbeeld voor 40 tot 50 procent van de kiezers. PVV-kiezers vinden dus de ‘responsive’-dimensie (word ik goed gehoord en vertegenwoordigd?) bij hun stemgedrag veel belangrijker dan de ‘responsible’-dimensie (neemt mijn partij bestuursverantwoordelijkheid?).

Het feit dat andere partijen de PVV uitsluiten, zorgt zowel voor nieuwe proteststemmen (“ik ben van mening dat de door de bevolking gekozen partijen moeten samenwerken en uitsluiting daar niet bij hoort”), als voor vertrekkende kiezers, die liever op een partij stemmen die wel kans maakt op regeringsdeelname.

Twee derde stemt dus op de PVV vanwege de standpunten. Nog meer dan in 2021 en 2023 gaat dit om immigratie en asiel. Bij die verkiezingen was immigratie en asiel voor 79 en 77 procent een reden om de PVV te stemmen, nu geldt dat voor maar liefst 90 procent. Opvallender nog is dat andere thema’s waar de PVV zich sinds 2006 op is gaan profileren (gezondheidszorg, armoede, de EU, inspraak en democratie), nu nauwelijks nog een rol spelen om op de PVV te stemmen. Veiligheid (37%) en de woningmarkt (26%) zijn nog wel voor substantiële groepen PVV-kiezers een reden om op te partij te stemmen, maar deze onderwerpen worden door Geert Wilders doorgaans ook in verband met immigranten en asielzoekers gebracht, waardoor het – indirect – toch weer om hetzelfde stemmotief gaat.

De PVV startte ooit (in 2006) als one-issuepartij, verbreedde zich daarna, maar lijkt nu terug te keren naar dat ene allesoverheersende onderwerp: immigratie en asiel.

PVV-achterban verbreedt zich

Waar de partij zich inhoudelijk lijkt te versmallen tot één issue, verbreedt het profiel van de achterban zich juist. In 2021 stemden nog vooral oudere (50+), lager- en middelbaar opgeleide mannen op de PVV. Op dit moment wordt de partij overwogen door mannen en vrouwen, jong en oud. Wel is de PVV-kiezer nog steeds vaker dan gemiddeld laag of middelbaar opgeleid (slechts 19% is hoger opgeleid) en verdient hij/zij vaker dan gemiddeld een beneden-modaal inkomen. Maar het aandeel dat een ‘net-boven-modaal-inkomen’  verdient neemt toe.

Verder doet de PVV het relatief goed in de zuidelijke provincies (met name Limburg en Noord-Brabant).

Groei PVV staat niet op zichzelf

De groei van de PVV staat niet op zichzelf, ook radicaal- of conservatief rechts als geheel groeit. Als we uitzoomen van de actuele situatie en kijken naar de grotere bewegingen over de langere termijn zien we drie trends. Ten eerste, centrumrechts slinkt: van ruim 70 zetels (bijna de helft van de totale 150) in 2002 en 2003, naar 41 in de laatste zetelpeiling (27%). Ten tweede is rechts-conservatief sterk gegroeid: van 10 zetels in 2003 naar 56 zetels (37%) nu. En ten derde is links-progressief eveneens gekrompen sinds begin deze eeuw: van 65 zetels (43%) in 2003 naar 53 zetels (35%) nu. Het zou een licht herstel betekenen ten opzichte van 2023, maar na ‘het meest rechtse kabinet ooit’ is dat een zeer bescheiden groei te noemen.

Figuur 3: Zetels in Tweede Kamer in drie blokken*, sinds 2002 + Ipsos I&O-peiling 8 oktober 2025

*Rechts-conservatief: PVV, JA21, BBB, FvD, SGP, LPF, LN. Centrum-rechts: VVD, CDA, NSC, CU, 50+. Links-progressief: GL-PvdA, D66, Volt, PvdD, SP, DENK, BIJ1.

Altijd op de hoogte zijn?

Deze peiling voerden we uit in samenwerking met Pauw & de Wit. Altijd op de hoogte zijn van de laatste Ipsos I&O-peiling? U kunt zich hier inschrijven voor onze politieke nieuwsbrief.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 3 tot maandagochtend 6 oktober 2025. In totaal werkten 2.345 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. Een deel (n = 211) deed mee via PanelClix. Dit zijn voornamelijk jongeren, lager opgeleiden en respondenten met een niet-westerse achtergrond. Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in samenwerking met Pauw & De Wit.

Bij de zetelpeilingen in aanloop naar de verkiezingen maken we gebruik van een zogeheten rolling panel. Dit houdt in dat respondenten die deelnamen aan de vorige peiling, ook voor de nieuwe peiling worden uitgenodigd. Op die manier kunnen we meten welke kiezersstromen plaatsvinden en welke redenen kiezers hebben om van partijvoorkeur te veranderen. Aan deze peiling namen 1.096 respondenten deel die ook deelnamen aan de peiling van vorige week.

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

Schrijver(s)

Related news