Peiling: Nasleep verkiezingen | Coalitievorming | Vuurwerkverbod 

In de december-editie van de Ipsos Maatschappelijke Barometer (uitgevoerd tussen 15 en 18 december): •    Grote meerderheid Nederlanders geen spijt van stemkeuze bij Tweede Kamerverkiezingen •    Kwart van de Nederlanders ziet Wilders als goede premier •    Verdeeldheid over mogelijk verbod op consumenten(sier)vuurwerk

Twee op de tien VVD’ers hebben spijt van stemkeuze bij Tweede Kamerverkiezingen

Ongeveer een maand geleden vonden de Tweede Kamerverkiezingen plaats, waar de PVV een enorme winst boekte en met 37 zetels de grootste partij werd. Maar staan Nederlanders nog steeds achter hun stemkeuze? 

Een ruime meerderheid van de Nederlanders (88%) blijft achter hun keuze van de Tweede Kamerverkiezingen staan, terwijl 10% een beetje tot veel spijt heeft over hun gemaakte beslissing. Bij het electoraat van alle partijen heeft de meerderheid geen spijt van hun stemkeuze, waar NSC’ers, D66’ers en GroenLinks-PvdA’ers het meest achter hun stemkeuze staan. 

 

Spijt

 

VVD’ers hebben het meeste spijt van hun stemkeuze; twee op de tien VVD’ers (18%) geven aan enige spijt te hebben van hun stem bij de verkiezingen. Nagevraagd laten VVD’ers die spijt hebben van hun stemkeuze weten hun dat ze niet meer achter de politieke beslissingen van de partij staan en deze als onbetrouwbaar zien. Ook voelen zij zich genegeerd omdat de partij hun stemmen niet lijken te respecteren. 
Met de verkiezingen nog vers in het geheugen, vinden zes op de tien Nederlanders (58%) dat er zo snel mogelijk een nieuw kabinet gevormd moet worden. Deze houding is vooral sterk bij aanhangers van NSC, BBB, PVV en VVD, de partijen die momenteel in gesprek zijn over een mogelijke coalitie. 

 

nieuw kabinet

 

Echter, 37% van de Nederlanders vindt dat er best wat tijd mag worden besteed aan het vormen van een nieuw kabinet. Onder de aanhangers van NSC en D66 is deze mening het meest aanwezig, waarbij 48% van hen voorstander is van het nemen van tijd voor dit proces.

 

nieuw kabinet tijd nemen

 

PVV gewenst als coalitiepartner, twijfels over Wilders als premier

PVV, VVD, NSC en BBB zijn met informateur Ronald Plasterk de volgende fase van een mogelijke formatie ingegaan, maar hoe kijkt Nederland naar deze potentiële coalitie? Op de vraag welke partijen absoluut wel in het volgende kabinet moeten komen, noemt de helft van de Nederlanders PVV (51%), gevolgd door NSC (43%) en BBB (34%). Een kwart van de Nederlanders (26%) ziet de VVD graag terugkeren in een volgend kabinet.

 

coalitie1

 

Maar hoe ligt deze mogelijke samenwerking tussen de vier partijen in de eigen achterban? Waar we voor de verkiezingen nog zagen  dat VVD’ers niet graag een kabinet zouden zien met PVV (en vice versa), zien we nu dat VVD’ers het liefst een kabinet zien samen met de PVV. Het PVV-electoraat lijkt echter vooralsnog geen uitgesproken voorstander te zijn van een kabinet met de VVD: een kwart (26%) ziet de VVD graag terug in het nieuwe kabinet, waar de helft (49%) het NSC hier graag in terugziet en drie vijfde (62%) de BBB. Ook het electoraat van NSC en BBB – dat wel graag een kabinet met elkaar en de PVV ziet – lijkt nog moeite te hebben met de VVD. Voor beide groepen kiezers ziet een kwart (NSC 25%; BBB 24%) de VVD graag terug in een nieuw kabinet. 

Informateur Plasterk heeft aangegeven  dat voordat de formatie écht kan starten, de vier partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) het eerst met elkaar moeten hebben over de grondwet. Het NSC heeft namelijk enkele bezwaren tegen standpunten van de PVV, bijvoorbeeld omtrent godsdienstvrijheid. Ook onder Nederlanders bestaat er enige ongerustheid: een kwart (25%) geeft aan zich zorgen te maken over de grondwet als de PVV in een regering komt. Kijkend naar het electoraat van de vier partijen zien we dat de meerderheid deze zorgen niet deelt. Toch maakt ook onder BBB’ers, NSC’ers en VVD’ers zo’n vijfde van de kiezers zich zorgen over de grondwet (resp. 18%, 22% & 24%).
 

PVV stellingen

 

Verder maken drie op de tien Nederlanders (28%) zich zorgen over de positie van Nederlanders met een migratieachtergrond als de PVV in een regering komt. Vier op de tien Nederlanders (43%) maken zich hier geen zorgen over. Van de formerende partijen maken aanhangers van de BBB en PVV zich relatief weinig zorgen (resp. 13% & 6%). Onder het electoraat van NSC en VVD zijn de zorgen groter: één op de vijf NSC’ers maakt zich zorgen (20%), onder VVD’ers geldt dit voor dit drie op de tien (28%). 
Naast de vraag omtrent de vorming van de regering, is er ook de kwestie van wie het aanstaande kabinet zal leiden. De meest logische keuze lijkt Geert Wilders, de lijsttrekker van de grootste partij. Hij heeft jarenlang de reputatie opgebouwd van een harde criticus ten aanzien van de Islam, maar Nederlanders zou het op prijs stellen als hij een wat gematigdere toon zou aanslaan: de helft van de Nederlanders (50%) vindt Wilders’ standpunten over de Islam te extreem, terwijl een vijfde (21%) dat niet vindt. Het zijn niet enkel linkse kiezers die Wilders' uitspraken te extreem vinden: ook de kiezers van BBB (49%), VVD (60%) en NSC (63%) delen deze mening. 

 

Wilders stellingen

 

Nederlanders hebben gemengde gevoelens over de vraag of Nederland internationaal een goed figuur zou slaan met Wilders als premier. Vier op de tien Nederlanders (38%) denken van niet, terwijl drie op de tien Nederlanders (30%) denken dat we met Wilders internationaal wél voor de dag kunnen komen. Bovendien is er geen consensus over de vraag of Wilders een goede premier voor Nederland zou zijn: een kwart van de Nederlanders (26%) vindt dat hij geschikt zou zijn terwijl ruim een derde (37%) van mening is dat hij niet geschikt zou zijn.
Wat het electoraat van de formerende partijen betreft, is de steun – logischerwijs – het grootst onder PVV’ers: drie op de vijf (59%) vinden dat Nederland met Wilders in het buitenland voor de dag kan komen en een vergelijkbaar percentage (59%) denkt dat Wilders een goede premier zou zijn van Nederland. Onder het electoraat van NSC en VVD is dergelijke steun in mindere mate aanwezig: een vijfde van de NSC’ers (22%) en een zesde van de VVD’ers (15%) denkt dat Wilders een goede premier zou zijn en ruim twee vijfde (beide 44%) denkt dat Nederland met Wilders als premier in het buitenland niet voor de dag kan komen.

 


Draagvlak landelijk verbod consumenten(sier)vuurwerk gedaald 

Met het einde van het jaar in zicht, laait de discussie over een vuurwerk oud en nieuw bijna traditiegetrouw weer op. Net als in 2022 hebben we Nederlanders daarom gevraagd in hoeverre zij voorstander zijn van een dergelijk vuurwerkverbod. 
Vier op de tien Nederlanders (41%) zijn voorstander van een landelijk vuurwerkverbod op consumenten, tegenover een bijna vergelijkbaar aandeel (36%) die tegen een verbod zijn. Daarmee is het draagvlak voor een verbod lager dan in 2022; toen was ongeveer de helft van de Nederlanders (47%) voorstander van een verbod en drie op de tien Nederlanders (28%) waren tegen.
Desondanks vinden nog steeds zes op de tien Nederlanders (2023: 56%; 2022: 59%) dat de regels over de verkoop en het gebruik van consumenten(sier) vuurwerk verder moeten worden aangescherpt. Maar, de helft van de Nederlanders (47%) blijft erbij dat consumenten(sier)vuurwerk bij oud en nieuw hoort (2022: 43%).


Vuurwerk1


Met name ouderen (55-69 jaar) pleiten voor een landelijk verbod op consumenten(sier)vuurwerk: de helft (51%) zegt hier voorstander van te zijn en willen het vaakst dat de regels omtrent de verkoop en het gebruik hiervan worden aangescherpt (67%). Van de jongeren (18-34 jaar) ziet slechts iets meer dan een kwart (28%) heil in een landelijk vuurwerkverbod en zijn vier op de tien jongeren (40%) voor het aanscherpen van regels omtrent de verkoop en gebruik van vuurwerk.  

 

vuurwerk leeftijd 1vuurwerk leeftijd 2

 

 

Onderzoeksverantwoording 
De data zijn gebaseerd op online onderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking (n=1.006) tussen 15 en 18 december. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de laatste landelijke verkiezingen (de Tweede Kamerverkiezingen van 2023) zijn door middel van een weging gecorrigeerd. 

 

Meer informatie

Deze peiling is onderdeel van de maandelijks terugkerende Maatschappelijke Barometer

Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact op met Sander Nieuwkerk ([email protected]).

Meer inzichten over Publieke Sector

Maatschappij