Peiling Eerste Kamer: geen meerderheid voor coalitiepartijen; GroenLinks en PvdA met gezamenlijke lijst tweede grootste partij
Als er vandaag verkiezingen zouden zijn voor de Provinciale Staten, dan zou de VVD de grootste partij worden in de Eerste Kamer met 15 zetels. Dat blijkt uit de meest recente peiling van Ipsos, waarvan het veldwerk is uitgevoerd tussen 10 en 13 februari 2023.
GroenLinks en PvdA – die in de Eerste Kamer één fractie zullen vormen – staan op dit moment op 11 zetels, waarmee ze de tweede grootste partij in de Senaat zouden worden. De PVV en nieuwkomer BBB strijden om een derde plek, met respectievelijk 9 en 8 zetels.
Forum voor Democratie, de partij die in 2019 voor het eerst meedeed aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de grootste partij werd, staat op dit moment op een verlies van 10 zetels. Daarmee komen ze uit op 2 zetels.
Op dit moment bezetten coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie gezamenlijk 32 zetels, een minderheid in de Eerste Kamer. Ook in deze peiling komen de coalitiepartijen met 29 zetels uit op een minderheid, een verlies van drie zetels. Het verlies komt vooral bij het CDA vandaan. De partij komt uit op 5 zetels, waar zij momenteel 9 zetels in de Eerste Kamer hebben.
Om een meerderheid in de Eerste Kamer te vormen, zouden de coalitiepartijen op dit moment via links, met de fusiepartij van GroenLinks en PvdA, samen kunnen werken. Gezamenlijk zouden zij op 40 zetels uitkomen. Ook is het mogelijk om via rechts tot een meerderheid te komen; met de PVV zouden zij op het benodigde aantal zetels uitkomen om een meerderheid te halen.
Eerste Kamer 2019 |
Peiling week 7 2023 |
|||
---|---|---|---|---|
% | Zetels | % | Zetels | |
Forum voor Democratie | 15.9 | 12 | 3.2 | 2 |
VVD | 15.1 | 12 | 17.7 | 15 |
CDA | 11.4 | 9 | 6.5 | 5 |
GroenLinks | 11.2 | 8 | 8.2 | 6 |
PVDA | 8.6 | 6 | 6.4 | 5 |
D66 | 8.7 | 7 | 8.7 | 7 |
PVV | 6.5 | 5 | 11.5 | 9 |
SP | 5.9 | 4 | 5.9 | 4 |
ChristenUnie | 5.0 | 4 | 3.1 | 2 |
PVDD | 3.8 | 3 | 5.3 | 4 |
50PLUS | 3.0 | 2 | 0.9 | 0 |
SGP | 2.6 | 2 | 2.5 | 2 |
LOKAAL (OSF) | 1.4 | 1 | 1.7 | 1 |
BBB | 0.0 | - | 9.5 | 8 |
JA21 | 0.0 | - | 4.1 | 3 |
VOLT | 0.0 | - | 2.1 | 1 |
DENK | 0.9 | - | 1.2 | 1 |
BVNL | 0.0 | - | 0.6 | 0 |
OVERIG | 0.0 | - | 0.9 | 0 |
TOTAAL | 75 | 75 | ||
COALITIE | 32 | 29 |
Peilingen voor de Provinciale Statenverkiezingen
In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen voert Ipsos een aantal peilingen uit. Dit is de eerste peiling in die reeks. In februari volgt nog een peiling, en op 14 maart publiceren we onze slotpeiling.
Bij onze peilingen houden we per provincie rekening met welke partijen er meedoen aan de verkiezingen. De steun voor partijen in de verschillende provincies is vervolgens doorgerekend naar een zetelverdeling voor de Eerste Kamer. Voor een uitgebreide uitleg van onze methodiek rondom peilingen voor de Eerste kamer, zie onderaan dit bericht of de website van EenVandaag.
Deze Ipsos Politieke Barometer is gebaseerd op online onderzoek onder een representatieve steekproef van 1.961 stemgerechtigde Nederlanders. De gegevens zijn verzameld van vrijdag 10 februari tot en met maandag 13 februari 2023.
Hoe nauwkeurig zijn de cijfers?
Omdat de zetels die we publiceren zijn gebaseerd op steekproeven moet rekening worden gehouden met de statistische marges die daarbij horen. Bij de steekproeven die per peiling worden gebruikt zijn die marges gemiddeld +/- 1 zetel bij de kleine partijen en +/- 2 zetels bij de grotere partijen
This Poll is based on an online study among a representative random sample of 1.961 Dutch people entitled to vote. The data was collected from Friday, February 10 up to and including Monday, February 13, 2023.
How accurate are the figures?
Because the numbers of seats we publish are based on random samples, statistical margins should be taken into account accordingly. Given the size of the samples used in the separate polls, the average margins are +/- 1 seat for the smaller parties and +/- 2 seats for the larger parties.
Methodiek Peiling Eerste Kamer
Voor onze Eerste Kamer peilingen gebruiken we min of meer dezelfde methodologie als voor reguliere metingen van de Politieke Barometer. Dat betekent dat we een steekproef van ongeveer 2000 stemgerechtigde Nederlanders bevragen over hun politieke voorkeur. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en vorig stemgedrag (Tweede Kamerverkiezingen 2021) worden door middel van een weging gecorrigeerd.
Bij de peiling voor de Eerste Kamer vragen we kiezers wat ze zouden stemmen als er morgen verkiezingen zouden zijn voor de provinciale staten. Deze resultaten rekenen we dan door naar een zetelverdeling voor de Eerste Kamer. Eerste Kamerleden worden door de Provinciale Statenleden evenredig gekozen (waarbij hun stem gelijk is aan het aantal inwoners gedeeld door het aantal Statenleden in die provincie). Bij het trekken van de steekproef wordt er gecorrigeerd voor regionale spreiding. Daarnaast wordt er bij de doorrekening extra gewogen op inwoneraantal per provincie.
We gaan er vanuit dat Provinciale Statenleden op hun eigen partij stemmen. Voor de provinciale partijen nemen we aan dat de provinciale partijen stemmen op de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF). De OSF is een samenwerkingsverband van provinciale partijen in de Eerste Kamer.
De opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen is traditioneel laag, wat een effect kan hebben op de uitslag. Daarom vragen we kiezers naar opkomstintentie, en nemen dat cijfer mee in het doorrekenen van de uitslag.
De statistische marge rond de zetels per partij bedraagt + of – 1 zetel bij kleinere partijen. Bij grotere partijen (circa 10 zetels of meer) bedraagt de statistische marge + of – 2 zetels. Het effect van restzetels kan deze marges verder vergroten. Daarnaast is het van belang om te vermelden dat er bij de peiling wordt gevraagd naar wat mensen zouden stemmen als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden. Daarom moeten peilingen niet zozeer als voorspelling voor de verkiezingsuitslag worden gezien, maar meer als de stand van zaken op het moment van peilen. We weten dat veel kiezers pas op een laat moment beslissen op welke partij ze stemmen, soms zelfs pas in het stemhokje. Daarnaast kunnen allerlei zaken zoals een debat op televisie of ontwikkeling in het nieuws kiezers op het laatste moment nog beïnvloeden. Dat maakt het waarschijnlijk dat er verschillen ontstaan tussen wat peilingen laten zien en de verkiezingsuitslag.
Meer inzichten over Publieke Sector