TK21: de exitpoll - hoe hebben we het gedaan?
De exitpoll bij de Tweede Kamerverkiezingen 2021 vergeleken met de verkiezingsuitslag: hoe hebben we het gedaan?
- Update 6 mei 2021 -
Nadere analyses laten zien dat een combinatie van factoren invloed heeft gehad op de nauwkeurigheid van de exitpoll wanneer het gaat om de opkomst en de indicatie van de uitslag van D66:
- Een exitpoll is afhankelijk van de bereidheid van kiezers om aan het onderzoek mee te werken. Uit ervaring weten we dat bepaalde kiezersgroepen vaker meewerken dan andere kiezersgroepen, daar houden we in onze modellen rekening mee. Dat geldt bijvoorbeeld voor kiezers van de PvdA en GroenLinks. Omdat een deel van die kiezers bij deze Tweede Kamerverkiezingen is overgestapt naar D66, is ook het ‘meewerkgedrag’ van die kiezers mee verplaatst naar D66.
- Het aandeel briefstemmers in de totale opkomst is iets te laag ingeschat, dat heeft mede tot gevolg gehad dat D66 te hoog werd ingeschat in de exitpoll.
- We hebben concessies moeten doen bij de selectie van de bureaus in onze steekproef (sommige kleine gemeenten konden/wilden niet meewerken aan de exitpoll).
- Er zijn afwijkingen opgetreden omdat, op sommige stembureaus, kiezers minder bereid waren om mee te werken aan het onderzoek (vermoedelijk als gevolg van de corona pandemie).
- De versnippering van het politieke landschap betekent dat vooral de groter partijen relatief makkelijk restzetels kunnen vergaren, soms op basis van tienden van procenten.
- De indicatie van de opkomst bleek extra lastig bij deze verkiezingen: kiezers krijgen in steeds meer gemeenten geen stembureau ‘toegewezen’ maar verwijzen naar de website voor locaties en er komen steeds meer ‘afwijkende’ stembureaus (drive-ins, mobiele stembureaus).
Samenvattend: er is niet een één oorzaak voor de overschatting van D66 in onze exitpoll, het is een combinatie van de hierboven genoemde factoren geweest. De lessen die we kunnen trekken uit de evaluatie van deze exitpoll nemen we mee bij (de opzet van) de volgende exitpoll.
- Artikel 24 maart 2021 -
Op 15, 16 en 17 maart 2021 was de Tweede Kamerverkiezing. Ipsos voerde in opdracht van de NOS een exitpoll uit, waarvan de resultaten, een indicatie van de uitslag, door de NOS in de televisie-uitzending op de verkiezingsavond zijn gepresenteerd.
Onze exitpoll gaf een goed beeld van het verloop van de verkiezing. Zo bleek de VVD inderdaad de grote winnaar, werd D66 de tweede partij van Nederland, verloren de PVV, de SP, GroenLinks en CDA een flink aantal zetels in vergelijking met de vorige verkiezing in 2017. Ook de doorbraak van JA21, Volt, BIJ1 en BBB is correct ingeschat door onze exitpoll. Onze indicatie van de opkomst kwam met 81% dicht in de buurt van de daadwerkelijke opkomst van 79%.
Onderstaande tabel vergelijkt onze exitpoll van 17 maart (21.00 uur) met de verkiezingsuitslag.
Uitslag | Exitpoll 21.00u | Verschil | ||||
Zetels | % | Zetels | % | Zetels | % | |
VVD | 34 | 21.9% | 35 | 22.4% | +1 | +0.5% |
D66 | 24 | 15.0% | 27 | 17.2% | +3 | +2.2% |
PVV | 17 | 10.8% | 17 | 10.8% | 0 | 0.0% |
CDA | 15 | 9.5% | 14 | 9.1% | -1 | -0.4% |
SP | 9 | 6.0% | 8 | 5.5% | -1 | -0.5% |
PvdA | 9 | 5.7% | 9 | 5.7% | 0 | 0.0% |
GL | 8 | 5.2% | 8 | 5.1% | 0 | -0.1% |
FvD | 8 | 5.0% | 7 | 4.9% | -1 | -0.1% |
PvdD | 6 | 3.8% | 6 | 3.7% | 0 | -0.1% |
CU | 5 | 3.4% | 4 | 3.0% | -1 | -0.4% |
Volt | 3 | 2.4% | 4 | 2.6% | +1 | +0.2% |
JA21 | 3 | 2.4% | 3 | 2.4% | 0 | 0.0% |
SGP | 3 | 2.1% | 3 | 2.0% | 0 | -0.1% |
Denk | 3 | 2.0% | 2 | 1.5% | -1 | -0.5% |
50P | 1 | 1.0% | 1 | 0.9% | 0 | -0.1% |
BBB | 1 | 1.0% | 1 | 0.8% | 0 | -0.2% |
BIJ1 | 1 | 0.8% | 1 | 1.0% | 0 | +0.2% |
150 | 150 | |||||
Opkomst | 78.7% | 81% | +2.3% |
Afwijkingen
De maximale afwijking van onze exitpoll in termen van percentages betreft 2.2 procentpunt (bij D66). Bij alle andere partijen is de procentuele afwijking gelijk aan of lager dan 0.6 procentpunt. Dat is – gezien de unieke context waarin deze verkiezingen plaatsvonden – zeer accuraat.
In termen van zetels zien we dat de afwijking bij zes partijen (CDA, SP, FvD, CU, Volt, DENK) één zetel betreft. Dit zijn normale afwijkingen die horen bij steekproefonderzoek met betrouwbaarheidsmarges. We hebben daarom van tevoren uitgebreid gecommuniceerd dat afwijkingen van 1 zetel kunnen voorkomen (zie bijvoorbeeld hier). Het gefragmenteerde politieke landschap leidt ertoe dat minimale procentuele afwijkingen snel kunnen leiden tot een afwijking van 1 zetel, onder andere door het effect van restzetels bij het vertalen van percentages naar zetels.
De enige significante afwijking tussen onze indicatie en de daadwerkelijk uitslag zien we bij D66. In termen van zetelaantallen hebben wij de steun voor D66 met 3 zetels overschat. In de aanloop naar de verkiezingen hebben wij benadrukt dat het unieke karakter van deze verkiezingen tot gevolg kon hebben dat de onnauwkeurigheid van de exitpoll werd vergroot. Dit heeft te maken met het vervroegd stemmen op maandag en dinsdag, het briefstemmen, een minder grote bereidwilligheid van kiezers om mee te doen aan ons onderzoek in vergelijking met vorige verkiezingen en het feit dat wij onze selectie van stembureaus moesten aanpassen omdat in kleine stembureaus geen ruimte was om op de verkiezingsdagen de 1.5 meter afstand regel in acht te nemen.
Tot slot
De essentie van een exitpoll is dat we een indicatie proberen te geven van een uitslag die nog niet bekend is. Ook bij deze verkiezing heeft onze exitpoll weer een accuraat beeld van de verkiezingsuitslag gegeven, en daarmee zijn waarde als onderzoeksinstrument bewezen.
Meer inzichten over Publieke Sector