Peiling: Nieuwe pensioenwet | Migratiebeleid | Wooncrisis
In de mei-editie van de Ipsos Maatschappelijke Barometer (uitgevoerd tussen 26 en 29 mei): Nederlanders verdeeld over nieuwe pensioenwet | Zorgen over migratie, maar geen overeenstemming over migratiebeleid | Wooncrisis voor helft van alle kiezers de meest urgente crisis
Zorgen om migratie onveranderd; verdeeldheid over beleid
Staatssecretaris Eric van den Burg (VVD, Asiel) heeft bekend gemaakt dat er dit jaar naar verwachting meer asielzoekers naar Nederland komen dan waar eerst rekening mee is gehouden. De Maatschappelijke Barometer van april liet al zien dat Nederlanders zich zorgen maken over de toestroom van vluchtelingen (70%) en vinden dat er beleid nodig is vanuit de Europese Unie (EU) om de asielinstroom onder controle te krijgen (68%).
Onze data in mei laten zien dat deze zorgen onverminderd groot zijn : zeven op de tien Nederlanders (71%) maken zich zorgen over de toestroom aan vluchtelingen en twee derde (67%) vindt dat er beleid vanuit de EU nodig is om hier controle over te krijgen. Ook pleit de helft van de Nederlanders (48%) voor een tweede aanmeldcentrum als Ter Apel.
Over mogelijke oplossingen is echter geen overeenstemming. Zo vindt bijna een derde (31%) dat de regering gemeenten moeten kunnen verplichten om vluchtelingen op te vangen, terwijl ruim twee vijfde (44%) daar tegen is. We zien een vergelijkbaar beeld met betrekking tot de vraag of men een asielzoekerscentrum in de eigen gemeente zou accepteren. Tot slot vindt de helft van alle kiezers niet dat er meer asielzoekerscentra bij moeten komen in Nederland, ondanks het feit dat staatssecretaris Van der Burg hier voor pleit.
Wooncrisis voor helft Nederland meest urgente crisis om als eerst op te lossen
De asielcrisis is niet de enige crisis waar het kabinet mee worstelt: er is ook nog sprake van een wooncrisis, een klimaatcrisis, en een stikstofcrisis. En dan hebben we nog niet eens alle crises benoemd. Wij vroegen Nederlanders welke crisis wat hen betreft als eerste zou moeten worden aangepakt.
De data - respondenten konden een top 3 aangeven - laten zien dat Nederlanders de meeste urgentie zien in het oplossen van de woningcrisis: de helft van de Nederlanders (51%) zegt dit een van de meest belangrijke thema’s te vinden om als eerste op te lossen. Voor twee op de tien Nederlanders (18%) is dit zelfs het belangrijkste thema dat als eerst aangepakt moet worden in Nederland. Na de wooncrisis worden de koopkrachtcrisis (40%), de toeslagenaffaire (40%) en de asielcrisis (40%) het vaakst genoemd als belangrijkste thema’s om aan te pakken in Nederland.
Jongeren (18-34 jaar) vinden de wooncrisis het meest urgent. Bijna twee derde (62%) van de Nederlanders tussen de 18 en 34 jaar vindt dit een van de belangrijkste thema’s die in Nederland aangepakt moet worden, tegenover 44% van de 70+’ers. Ook de klimaatcrisis is een urgenter thema voor jongeren dan voor ouderen. De asielcrisis vinden zij juist veel minder vaak een belangrijk thema, net als de afwikkeling van de gaswinning in Groningen.
Nederlanders verdeeld over nieuwe pensioenwet
Na jaren van discussie is er op 30 mei een akkoord bereikt over ‘De Wet toekomst pensioenen’; de nieuwe pensioenwet. Over deze wet is niet alleen in de politiek veel onenigheid geweest, ook Nederlanders zijn verdeeld.
Allereerst, hoe bekend is Nederland met de nieuwe pensioenwet? Onze data laten zien dat slechts één op de tien Nederlanders (8%) goed weet wat de nieuwe wet inhoudt. Vier op de tien Nederlanders (37%) hebben er weleens over gehoord en weten ongeveer wat dit inhoudt en een vergelijkbaar aandeel (39%) heeft er wel over gehoord, maar weet niet goed wat dit inhoudt. Eén op de tien Nederlanders (10%) heeft er zelfs nog nooit van gehoord.
Na een beknopte uitleg van het nieuwe pensioenstelsel (zie onderzoeksverantwoording) hebben we gevraagd hoe Nederlanders deze wet zien. De meningen lopen uiteen: twee op de tien Nederlanders (20%) zien het nieuwe pensioenstelsel wel zitten, een kwart (24%) vindt het geen goed idee. Gezien de lage bekendheid van het nieuwe stelsel niet geheel onverwacht: ongeveer de helft van de bevolking neemt een neutrale positie in, of heeft (nog) geen mening. Ook niet geheel onverwacht: ouderen zijn negatiever over het nieuwe pensioenstelsel dan jongeren.
Iets meer dan een kwart van de Nederlanders (28%) vindt het goed dat het huidige pensioenstelsel wordt vervangen, tegenover een vergelijkbaar aandeel (23%) dat het hiermee oneens is. Drie op de tien Nederlanders (30%) staan hier neutraal tegenover en twee op de tien Nederlanders (19%) hebben hier geen mening over.
Over de vraag of het nieuwe pensioenstelsel te risicovol is omdat het directer aan de beurs is gekoppeld, zijn Nederlanders meer eensgezind: de helft van de Nederlanders (51%) vindt het namelijk te risicovol, tegenover 9% dat dit niet vindt.
Opnieuw: ouderen zijn kritischer over de nieuwe pensioenwet dan jongeren: ze vinden vaker dat het nieuwe pensioenstelsel te risicovol is, ze vinden de implementatie vaker te snel gaan en ze zijn sowieso minder overtuigd van het nut om het pensioenstelsel te vernieuwen.
Immigratie & asiel, ontwikkelingssamenwerking en klimaat komen het meest in aanmerking voor bezuinigingen, aldus de Nederlander
Onlangs heeft het kabinet in zijn Voorjaarsnota bekendgemaakt dat er voor het eerst in jaren weer grote bezuinigingen doorgevoerd zullen worden. Aanleiding hiertoe zijn financiële tegenvallers en onvoorziene kosten, zoals het regelen van opvang voor de groeiende vluchtelingenstroom en de gestegen rente op de staatsschuld. Het kabinet heeft laten weten op nagenoeg alle ministeries te moeten bezuinigen, maar, als er bezuinigd moet worden, op welke thema’s zien Nederlanders bezuinigingen het meest zitten?
De helft van de Nederlanders vindt bezuinigen op immigratie en asiel (49%) en ontwikkelingssamenwerking (48%) het meest wenselijk. Met name onder ouderen kunnen bezuinigingen op deze thema’s op veel steun rekenen. Van de 55-69-jarigen zegt respectievelijk 57% en 54% het wenselijk te vinden als de uitgaven hierop teruggedrongen worden. Ook vindt een kwart van de Nederlanders (27%) een bezuiniging binnen het thema ‘Klimaat en duurzaamheid’ het meest wenselijk.
Europese verkiezingen: belangrijk, maar wat doet het Europees Parlement nou?
Over ongeveer een jaar (juni 2024) vinden er verkiezingen voor het Europees Parlement plaats. De laatste keer dat er voor het Europees Parlement gestemd werd – in 2019 – was de opkomst met 42% het hoogst sinds 1989. Hoe kijken Nederlanders naar het Europees Parlement?
Twee op de vijf Nederlanders (42%) vinden de verkiezingen voor het Europees Parlement belangrijk, terwijl maar een kwart (25%) een goed beeld heeft van de taken ervan. Generaties verschillen nauwelijks van mening omtrent Europa, terwijl qua opleidingsniveau hoogopgeleiden vaker Europees gezind zijn. Maar hoe kijkt het electoraat van de Nederlandse partijen naar Europa?
Met name kiezers van de partijen op de linkerflanken vinden de verkiezingen voor het Europees Parlement belangrijk, terwijl kiezers van rechts-populistische partijen – zoals PVV, BBB en JA21 – deze verkiezingen minder belangrijk vinden. Of iemand de verkiezingen belangrijk vindt lijkt geen rol te spelen in of men een goed beeld heeft van de taken van het Europees Parlement. Zo hebben kiezers van zowel D66 als JA21 een relatief goed beeld van de taken van het Europees Parlement (resp. 40% en 35%).
Ook omtrent de EU hebben Nederlanders een conflicterend beeld. Enerzijds vindt de helft van de Nederlanders (51%) dat we in de EU moeten blijven en een kwart dat we juist eruit moeten stappen (24%). Anderzijds vindt bijna de helft (46%) dat de EU te veel te zeggen heeft over Nederland (20% oneens).
Kiezers van rechts-populistische partijen zijn ook sceptischer over de Europese Unie an sich. Met name onder PVV’ers en JA21’ers is er draagvlak om uit de EU te stappen; BBB’ers zijn hierover verdeeld. Desalniettemin vinden zij wel in groten getale dat de EU te veel te zeggen heeft over Nederland. Kiezers van D66 en GroenLinks zijn daarentegen het meest pro-EU. Zij zijn het er vaker over oneens dat Nederland uit de EU moet stappen en dat de EU te veel te zeggen heeft over Nederland.
Onderzoeksverantwoording
De data zijn gebaseerd op online onderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking (n = 1.019) tussen 26 en 29 mei 2023. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de laatste landelijke verkiezingen (de Tweede Kamerverkiezingen van 2021) zijn door middel van een weging gecorrigeerd.
De volledige vraagstellingen bij de vragen over het pensioenstelsel waren als volgt:
1. Dan willen we u nu iets vragen over een ander onderwerp. In hoeverre bent u bekend met de nieuwe pensioenwet?
- Ik heb er weleens over gehoord en weet goed wat de nieuwe wet inhoudt
- Ik heb er weleens over gehoord en weet ongeveer wat de nieuwe wet inhoudt
- Ik heb er weleens over gehoord, maar weet niet goed wat dit is
- Ik heb er niet eerder van gehoord
- Weet ik niet
2. De nieuwe pensioenwet moet de overstap naar een nieuw pensioenstelsel in Nederland regelen.
In het huidige pensioenstelsel bewaren pensioenfondsen hun vermogen in één grote pot. Dat zorgt voor zekerheid. Het huidige systeem heeft ook nadelen: als de rente laag is, wordt er minder pensioen uitgekeerd en en het stelsel sluit niet goed aan op een veranderende arbeidsmarkt (bijvoorbeeld als mensen vaker van baan wisselen).
In het nieuwe pensioenstelsel krijgt iedereen zijn eigen individuele pensioenpotje. De pensioenen bewegen minder mee met de rente, maar meer met de beurzen. Daardoor zal het bedrag van het pensioen sneller omhooggaan als de beurskoersen stijgen, en sneller naar beneden gaan als de beurskoersen dalen.
Wat vindt u van de nieuwe pensioenwet die de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel regelt?
- Heel goed
- Goed
- Neutraal
- Slecht
- Heel slecht
- Ik weet het (nog) niet / geen mening
3. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?
- Het is goed dat het huidige pensioenstelsel wordt vervangen; het is niet meer van deze tijd
- De overgang naar een nieuw pensioenstelsel gaat te snel; er is meer tijd nodig
- Het nieuwe pensioenstelsel is te risicovol omdat het directer aan de beurs is gekoppeld
<Helemaal mee eens, mee eens, neutraal, niet mee eens, helemaal niet mee eens, weet ik (nog) niet / geen mening>
Meer informatie
Deze peiling is onderdeel van de maandelijks terugkerende Maatschappelijke Barometer.
Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact op met Sjoerd van Heck ([email protected]).